Indische wandelende tak

Carausius morosus

Carausius morosus

Herkomst: India

Biotoop: Bos

Geslachtsonderscheid: Vrouwtjes zijn langwerpig lichtgroen en hebben aan de binnenkant van de poten rood. Mannetjes zijn erg zeldzaam.

Voortplanting: Laten de eitjes gewoon vallen en komen na drie tot acht maanden uit. Er zijn geen mannetjes nodig voor de voortplanting.

Bijzonderheden: Makkelijk te houden dieren. Terrarium en verzorging gelden voor de meeste wandelende takken.

Terrarium

Minimale afmetingen: Drie keer zo hoog als de lengte van het grootste dier.

Soort terrarium: Glas, hout, gaas; enz.Verlichting: DaglichtVerwarming: Kamertemperatuur

Bodem: Potgrond en/of turf

Wandbekleding: Glas, hout, gaas; enz.

Inrichting: Eenvoudig; meestal is het voer al genoeg.

Planten: Zie voedsel.

Aantal dieren: Afhankelijk van de grootte van de bak.

Water: Vocht van de planten, twee keer per week sproeien.

Voedsel: Braam, eiken, roos, eucalyptus, meidoorn; enz. Pas op dat het niet gespoten is of langs een drukke weg staat.

Voedingssupplementen: Niet nodig.


Literatuur: E. Bruins, 2002. Ge?llustreerde Terrarium Encyclopedie. Rebo Productions b.v., Lisse

Nota bene: Raadpleeg bij gezondheids- problemen altijd een dierenarts!