
Anolis carolinensis
Herkomst: Zuidelijke deel van de Verenigde Staten.
Afmetingen: Kopromplengte Man 7 cm, Vrouw 5,5 cm – Totale lengte Man 20 cm, Vrouw 16 cm
Klimaatgegevens: ‘s Zomers warm, temp overdag 25-30 nacht 15-20 daglengte 16 uur, ?s winters koeler, overdag 15-18 en nacht 10-15, daglengte 10 uur. Relatieve luchtvochtigheid overdag 50-60% en ?s nachts 80-90%
Biotoop: Cultuurvolger, leeft hoog in bomen en grote struiken, in bossen maar ook in parken en tuinen.
Ferguson zone: 2
Geslachtsonderscheid: Mannen hebben 2 postanale schubben. Vrouwtjes bezitten vaak een lichte streep over de rug, Volwassen mannen zijn groter, hebben grovere kop, dikkere staartwortel en grotere keelwam.
Voortplanting: In het voortplantingsseizoen voorjaar en zomer begraven vrouwtjes één ei per twee weken in bodem. Eieren opgraven en apart uit laten komen (incubatietemperatuur tussen 20-30 graden, eieren komen na 35-60 dagen uit). Jongen liefst individueel opkweken.
Bijzonderheden: Houd winterrust, geen winterslaap! Eet dan minder en is minder actief. Bijzonder territoriaal, vooral de mannen. Duld geen ander mannetje in de nabijheid.Ook vrouwen zijn onderling zeer agressief.
Terrarium
Minimale afmetingen: Oppervlakte: 0,25 m² (50×50 cm) – Hoogte: 70 cm
Soort terrarium: Subtropisch bosterrarium.
Verlichting: TL en UV lamp in lichtkap, gloeilamp in terrarium voor plaatselijke opwarming (35-40 graden). Hoe meer licht, hoe beter de dieren zich op hun gemak zullen voelen. Er zijn diverse typen UVB Lampen beschikbaar, waarbij er ook combinatie lampen zijn die zowel UVB licht als warmte afgeven. Raadpleeg de rubriek over UVB- verlichting voor advies over de juiste lamp voor uw dier. Ferguson zone: 2
Verwarming: ‘s Zomers warm, temp overdag 25-30 nacht 15-20 ?s winters koeler, overdag 15-18 en nacht 10-15.
Bodem: Tuinturf, stekgrond plusminus 5-10 cm.
Wandbekleding: Schors, kurk.Varenwortel is minder geschikt.
Inrichting: Veel verticale dikke klimtakken . Dieren moeten uit elkaars zichtveld kunnen blijven. Geen permanent en/of stromend water in de bak. Paludaria zijn vaak te vochtig en daardoor ongeschikt.
Planten: Op de bodem zijn bodembedekkers zoals Fittonia, Tradescantia en Peperomia geschikt en daarnaast grotere planten zoals Anthurium of Philodendron. Ook Bromelia’s (kokerplanten) zijn zeer geschikt, omdat in deze planten water in de koker blijft staan, wat zorgt voor een hogere luchtvochtigheid in de bak en er wordt soms ook uit gedronken. Tillandsia’s of stevige orchideeën kunnen op de takken of achterwand worden geplaatst.
Aantal dieren: Eén paartje per bak. Niet combineren met andere reptielen.
Luchtvochtigheid: Relatieve luchtvochtigheid overdag 50-60% en ?s nachts 80-90%
Water en voeding
Water: Bij het dagelijkse sproeien likken de dieren de druppels van de bladeren. Sproei ??s avonds of s ochtends vroeg en zorg dat de bak na twee uur weer opgedroogd is.
Voedsel: Voer niet te veel, twee maal per week is over het algemeen voldoende, alleen in de voortplantingstijd heeft het vrouwtje meer nodig. Opgroeiende jongen doen het het beste wanneer ze dagelijks kleine porties krijgen. Voor wat betreft voedseldieren is variatie belangrijk. Weideplankton, kleine krekels, vliegen, meelwormen zijn geschikt. Voederdieren dienen te worden gegutload door deze uiterlijk 12uur van te voren voedsel te geven, hiervoor kunt u commercieel verkrijgbare insectenvoeders gebruiken maar ook groenten resten of geweekte kattenbrokjes (voor krekels).
Voedingssupplementen: De voedseldieren kunnen het beste bepoederd met een kalkvitaminepreparaat worden aangeboden. Dit preparaat zou ook vitamine D3 moeten bevatten.
Literatuur: Anolis, Axel Flaeschendraeger en Leo Wijffels 1996 (Duitstalig) Natur und Tier Verlag, Muenster ISBN 3-931587-04-5
Nota bene: Raadpleeg bij gezondheids- problemen altijd een dierenarts!